Het thema van de viering is Apocalyps: van angst naar vertrouwen!
De Apocalyps, het laatste boek uit de Bijbel, is een aartsmoeilijk boek met akelige doembeelden en symboliek. Het gaat over de zogenaamde eindtijd of de tijd wanneer de wereld dreigt te vergaan. Het is een gevoel dat we heden ten dage ook wel eens hebben. Waar gaat het allemaal naartoe?
Geen viering rond doemdenken maar wel een viering van zoeken en aarzelend vertrouwen vinden en vooral het leren leven met de hoop die ons allen verbindt. Hoop door alles heen, al lijkt de wereld te vergaan!
Je bent welkom vanaf 17u30 om in te zingen. De viering vindt plaats in de ontmoetingsruimte, rechts naast de kerk van de H. Geest in Antwerpen.
Lezingen:
Apocalyps 16, 1-21 en Matteüs 25, 31-46
Vier getuigenissen:
De Apocalyps zie ik als een mythologisch verhaal met beeldspraak en symboliek. De kunst is om de betekenis erachter te leren verstaan. In Numeri 12 vers 6 lees ik: “Als er bij jullie een profeet van de Heer is, maak ik Mij in visioenen aan hem of haar bekend en spreek ik in hun dromen”. Johannes heeft een visioen op het eiland Patmos en schrijft dit neer in dit laatste Bijbelboek. Het is voor mij duidelijk dat de beelden niet letterlijk te nemen zijn; ze dienen in elke tijd opnieuw vertaald te worden. Ik zie dit boek als een transformatieproces, een groeiproces dat wij allen gaan. Het spiegelt precies wat er in heel de Bijbel staat. Hierin gaan wij een groeiproces van het materiële denken naar het spirituele denken en voelen, en dit steeds opnieuw in evenwicht brengen. Ik ben niet met een straffende God en schuldbewustzijn tegenover God opgevoed. Ik kan mij wel eens schuldig voelen tegenover. mijn medemens; dan heb ik dat met die medemens weer recht te trekken. Ik zie het als een beroep doen op mijn verantwoordelijkheid, om dat wat binnen mijn mogelijkheden ligt te doen, om het Licht te brengen en te zijn. Ondanks alles wat in de wereld gebeurt, blijven vertrouwen, hoe moeilijk soms ook. Voor mij staat de Bijbel vol met oude manieren van uitdrukken. Bijbelse taal over eeuwige straf naar eeuwig leven, vooral in deze Apocalyps. Er wordt hier steeds een beroep gedaan op mijn verantwoordelijkheidsgevoel in wat ik doe, laat en hoe ik leef. In oorzaak en gevolg. Steeds opnieuw, totdat ik het begrijp. Als ik mij niet gedraag, komen daar brokken van en draag ik vanzelfsprekend ook de gevolgen. Als ik daarvan leer, groei ik en ben ik een eindje verder onderweg. Ik mag steeds opnieuw beginnen om stap voor stap dichterbij het Licht te komen, het licht te dragen en het licht uit te dragen.
***
In 2018 of 2019 vroegen er leerlingen aan mij, hoe die aanslagen van IS zouden stoppen. “O”, antwoordde ik, “vanzelf, maar je gaat het niet merken”. Alleen maar ongelovige ogen die me aankeken. Heeft iemand van jullie ooit gehoord van de Rote Armeefraktion? Of van de CCC? Of de bende van Nijvel? En de aanslagen op de Olympische spelen van 1972? Wie hoort nog iets over vliegtuigkapingen? Of treinkapingen in Nederland? Je zal zien dat het vanzelf stopt, alleen ga je het niet merken omdat je het niet gaat missen. Je hoort er gewoon op één of andere dag niets meer over.
Tussen twee periodes van eindetijdgevoel door, vergeten we dat eindetijdgevoel. Als het beter gaat, denken we niet aan de eindtijd. Dan leven we gewoon. Dan horen we ook geen jonge koppels zeggen dat het geen tijd is om kinderen op de wereld te zetten, want in welke wereld komen ze terecht? Als ik dat nog eens hoor zeggen, antwoord ik dat ik dat al 45 jaar lang hoor zeggen, dat het nooit een tijd is om kinderen op de wereld te zetten. De redenen waarom ga ik hier niet opsommen, die kunnen we allemaal vinden als we even nadenken, want we maken allemaal al minstens 45 jaar steeds opnieuw een eindetijdgevoel mee.
***
Ik heb héél erg geleden onder deze tekst van Matteüs want ik had niet het gevoel dat ik iets deed voor de anderen. Ik had het gevoel dat ik eigenlijk nooit bezig was met de anderen, dat ik nooit zorgde voor hongerigen of dorstigen of vreemdelingen of naakten of zieken en al helemààl niet voor gevangenen. Ik heb me jarenlang vervloekt gevoeld. Het schuldgevoel is nog niet zo lang verdwenen. Ik was tegen de 60 toen de betekenis van de tekst echt tot me doordrong en ik stilaan begon te zien wat ik wél deed voor anderen. Ondertussen geloof ik ook, dat het niet zal geteld worden, dat mijn goeie en kwade daden niet tegenover elkaar zullen staan, maar dat mijn zijn en mijn intenties belangrijker zijn dan mijn handelen. Natuurlijk doe ik ondertussen heel wat voor anderen, natuurlijk voel ik ondertussen veel liefde voor veel mensen. Natuurlijk heb ik mijn hele leven liefde gevoeld voor de leerlingen, maar mijn autoritaire opvoeding heeft me heel vaak autoritair laten handelen tegenover de leerlingen.
Mag ik er ondertussen zeker van zijn, dat ik bij de rechtvaardigen hoor? Mag ik ondertussen geloven, dat mijn zonden en tekortkomingen wit zullen gewassen worden? Diep in mijn hart ben ik ervan overtuigd. Het geeft me zelfs kracht, om nog meer te doen voor anderen. Het weten dat ik bij de rechtvaardigen hoor, is een motor voor handelen vanuit liefde en zorg dragen voor anderen. Ik neem vanuit dit besef mijn juiste verantwoordelijkheid, terwijl ik ooit zo hopeloos was dat ik het niet deed want het had toch geen zin. Als ik toch niet in de hemel ging komen, als ik toch vervloekt was, dan gedroeg ik me ook als een vervloekte. Als ik toch in de hel ging komen, moest ik geen moeite doen, want we zouden met heel veel volk naar de hel gaan. De rechtvaardigen waren toen in mijn ogen allemaal heiligen en die zijn er niet zoveel op onze wereldbol. Volgens de Apocalyps slechts 144 000 in de hele geschiedenis. Ik hoor daar niet bij, maar ondertussen wel bij de rechtvaardigen.
***
Een straffende God, daar heb ik het heel moeilijk mee. Ik zie hem eerder als een liefdevolle vader of moeder. Iemand die wel van ons ook veel liefde verwacht voor onze medemensen. Geef ze te drinken, geef ze kleren, zorg voor je medemensen. Straal liefde uit. Straal vriendelijkheid uit. Hoe meer je aan de ander denkt, hoe gelukkiger je wordt. Blij omdat je iemand geholpen hebt.
En als het moeilijk gaat, voel je soms een bron van kracht, van steun en zekerheid in deze moeilijke tijden. Ik heb steeds een God aangevoeld als een barmhartige, zorgzame en betrouwbare aanwezigheid. Een God die me niet alléén begeleidt maar ook beschermt en liefheeft…in alle omstandigheden. Ik ervaar hem als een vader- of moederfiguur. En zo kwam Baudry met het verhaal van de verloren zoon. Waar de Zoon zelf op weg wil gaan en eigenlijk op het verkeerde pad beland. Al het geld is kwijt , hij heeft honger en neemt alle moed bijeen, om terug naar zijn vader te gaan, om hem te vragen om als knecht te mogen werken. Maar de vader ziet hem van ver al aankomen en gaat deze zoon feestelijk verwelkomen. Hij viert dat de zoon verloren was en teruggekomen is. Zo ervaar je die Vader of moeder van ons, toch?