Vroeg in de morgen… donker was het nog.
Toelichting
‘Vroeg in de morgen – het was nog donker’, zo begint het paasverhaal in het Johannesevangelie. Drie personages komen vroeg in de morgen bij het graf van Jezus. Eerst Maria van Magdala. Zij ziet dat de steen is weggerold. Haar eerste gedachte is: iemand heeft het lijk gestolen. Er komt een beweging op gang. Er wordt heen en weer gerend. Petrus en de andere, de door Jezus geliefde leerling lopen snel naar het graf. De geliefde leerling (in het Johannesevangelie het symbool van ‘de ideale leerling’) komt het eerst bij het graf. Maar respectvol laat hij Petrus als eerste naar binnen gaan. Die ziet de linnen doeken liggen, maar verder niets. Wat hij denkt, vernemen we niet. Dan gaat de geliefde leerling naar binnen. ‘Hij zag en geloofde’ staat er. Maar direct daarna: ‘Ze hadden nog niet begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan.’
Vroeg in de morgen komt er een nieuwe beweging op gang. Vroeg in de morgen worden de eerste tekenen van iets nieuws waargenomen. Het volle geloof is er nog lang niet. Daar zal meer voor nodig zijn. Maar er is iets nieuws begonnen. De dageraad breekt aan. De dood heeft niet het laatste woord. Het licht overwint de duisternis. Er zijn mensen die dat licht al zien, terwijl het nog donker is. (‘Het licht en de mensen’, Emile Claus)
De Bijbel staat vol getuigenissen van mensen die, nog in het donker, het eerste prille licht hebben ontwaard. Ik denk aan Abraham, die in de nacht van zijn kinderloze ouderdom de sterren aan de hemel zag fonkelen en die vertrouwde op Gods belofte: ‘Zo talrijk wordt uw nageslacht.’ Ik denk aan de Israëlieten, die midden in de nacht zijn weggevlucht uit het slavenhuis Egypte. Bij de Rietzee merken zij dat de farao met heel zijn leger achter hen aan komt. Ze denken dat hun laatste uur geslagen heeft. Maar vroeg in de morgen zien zij hun achtervolgers dood op de kust liggen: zij zijn gered. Er wachten hun nog veertig jaar woestijn, maar ze hebben alvast een glimp opgevangen van het beloofde land. Ik denk aan het verhaal van de kleine Samuel. In een duistere tijd, ‘toen een woord van de heer een zeldzaamheid was’ zegt het verhaal, waakte Samuel ’s nachts in de tempel bij de nog niet gedoofde lamp van God en hoorde er de roepstem: ‘Samuel, Samuel! Ik ga iets nieuws beginnen!’ Ik denk aan de catastrofe van de Babylonische ballingschap. Daar groeit een vernieuwd en gelouterd Israël en wordt een groot deel van de Bijbel op schrift gesteld. Profeten hebben daarbij een grote rol gespeeld. ‘Wachter, hoever is de nacht?’ vragen de mensen. En de profeet antwoordt: ‘De morgen komt, ook al is het nog nacht’ (Js 21,11-12).
De duisternis van de nacht wordt telkens weer overwonnen door het licht van een nieuwe morgen. ‘De avond komt met droefheid, met vreugde de nieuwe dag’, zong de dichter van Psalm 30. Abraham, Mozes, Samuel, de profeten en de psalmendichters hebben in het duister van de nacht de eerste tekenen van een nieuwe dag gezien. Dat deden ook de vrouwen op paasmorgen. In het Johannesevangelie is het Maria van Magdala, in de drie synoptische evangelies zijn het meerdere vrouwen, maar telkens staat er dat zij ‘vroeg in de morgen, op de eerste dag van de week’ op pad gingen naar het graf. Zij konden niet geloven dat de gruwelijke kruisdood van Jezus het definitieve einde betekende. De dood en het graf konden en mochten toch het laatste woord niet hebben. Terwijl het nog donker was, gingen zij op weg naar het licht. Zij zagen dat de steen was weggerold. En daar, bij het graf, op de plek van de dood, kregen zij een boodschap van Leven. Het mag wel eens benadrukt worden dat het, in alle vier de evangelies, vrouwen zijn die zich niet neerleggen bij de negativiteit maar in beweging komen, op weg gaan, en de eerste tekenen zien van het licht.
Vandaag leven wij in een donkere tijd. Er zijn redenen te over om ons zorgen te maken en bang te zijn. Klimaatverstoring. Oorlogsgeweld. De macht van de sterksten en de rijksten. Het individualisme groeit, het eigen gelijk primeert, de democratie staat onder druk, gerechtigheid en solidariteit moeten wijken voor zogeheten ‘realpolitik’. Zich verdedigen tegen de vijand wordt belangrijker dan zorg dragen voor de zwaksten. Velen vragen zich af waar het met onze wereld naartoe gaat en welke toekomst onze kleinkinderen te wachten staat. Maar wij mogen de hoop en de moed niet opgeven. Ook in de donkerste nacht zijn er lichtpuntjes. Ook vandaag zijn er talloze mensen die zich niet neerleggen bij discriminatie en onrecht. Die blijven geloven in kleine daden van verbondenheid en solidariteit. Pasen is een uitnodiging om die lichtpunten te zien. Om samen met Maria Magdalena en de anderen op te staan en op weg te gaan, vroeg in de morgen, terwijl het nog donker is. Want de morgen komt, ook al is het nog nacht. Het licht zal de duisternis overwinnen, het leven is sterker dan de dood. Christus is verrezen, zalig paasfeest.
Voorbede
Maken wij ruimte in ons hart – of bidden wij:
Voor mensen die alleen maar duisternis zien, in oorlogsgebied, Gaza, Oost-Congo; voor mensen die angstig zijn, die psychisch lijden, die slecht nieuws kregen en het niet kunnen verwerken. Dat zij niet vergeten worden; dat zij een mens ontmoeten die zich om hen bekommert.
Voor mensen die de moed niet opgeven, die positief denken en de lichtpuntjes blijven zien; die zich niet neerleggen bij het heersende onrecht, maar opstaan en op weg gaan, de nieuwe dageraad tegemoet.
Voor onszelf: dat het nieuwe licht van Pasen ons mag bemoedigen; dat wij blijven geloven in de kracht van de kleine goedheid, i n de waarde van elk gebaar van verbinding en solidariteit.
Voor alles wat nu nog opkomt in ons hart. Voor wat ons zorgen baart, of dankbaar stemt… Voor dierbaren die wij gedenken.
‘Kieren morgenlicht
Scheur de duisternis
Keer mijn hart in mij’
Paul Kevers